In de personenschadebranche werken nogal wat belangenbehartigers die niet primair oog hebben voor het belang van het slachtoffer, geen verstand van zaken hebben, dubbel declareren et cetera. Volgens Van Nispen c.s.2zijn elementen van nood- zakelijke verbeteringen:
- meer en beter gekwalificeerde behandelaars aan verzekeraarskant
- een strakke regulering aan de zijde van de belangenbehartigers
- het onderworpen zijn aan het tuchtrecht van alle actoren.
In dit artikel gaan wij in op de laatste twee onderwerpen, waarbij we ons voor wat het tuchtrecht betreft,beperken tot de belangen-behartigers van slachtoffers.
Gebrek aan kwaliteit en toezicht
Het is merkbaar dat sommige bureaus aan de kant van het slachtoffer niet aan normen zijn gebonden. Soms verdwijnt er gewoon geld, wordt er excessief of dubbel gedeclareerd of is het gedrag van de belangenbehartiger naar objectieve maatstaven uitermate onbehoorlijk. Veel vaker komt het voor dat deze bureaus zaken nadelig voor slachtoffers afwikkelen, die het uiteraard aan kennis ontbreekt om dat door te hebben. Zelfs wanneer deze bureaus niet te kwader trouw handelen, zullen ze vanwege hun gebrekkige kennis gebrekkige regelingen tot stand brengen. Voor buitenstaanders is het onbegrijpelijk dat iemand zonder verstand van zaken en zonder een relevante opleiding, op wie geen onafhankelijk toezicht wordt gehouden, de financiële gevolgen van personenschade mag afwikkelen. Van medici en paramedici, die zich ook met de gevolgen van personenschade bezighouden, zou dat nooit worden geaccepteerd. Duidelijk is in ieder geval dat deze praktijk niet in het belang van slachtoffers is.