Spring naar content

Communicatie “alles bepalend” bij hersenletsel en/of verlamming

In onze praktijk komen wij helaas regelmatig cliënten tegen die blijvend hersenletsel oplopen. Onlangs besteedde de NOS aandacht aan communicatie bij hersenletsel en verlamming. Voor zowel de getroffene zelf als voor omstanders van aanzienlijk belang. Eén van de geïnterviewde personen noemde het zelfs “alles bepalend” en dat zegt genoeg.

Graag besteden wij in onze Nieuwsbrief daarom nogmaals aandacht aan deze belangrijke kwestie.

Van dichtbij maken wij namelijk ook mee dat het van onschatbare waarde is om je te kunnen uitdrukken door spraak- en/of (deels) lichaamstaal. Het elkaar niet kunnen begrijpen is een groot struikelblok voor de betrokkene, wat bij mensen met bijvoorbeeld NAH ook boosheid, extra prikkels en frustratie teweeg brengt. Mensen met bijvoorbeeld afasie kunnen zich niet serieus genomen voelen. Communicatieproblemen kunnen zelfs gevaarlijke situaties tot gevolg hebben. Maar ook bij de familieleden en de naaste omgeving kunnen de machteloosheid, de frustratie en het elkaar niet begrijpen ontzettend zwaar zijn en zelfs belemmerend werken.

In het aangehaalde onderwerp van de NOS wordt beschreven dat het twee nieuwe brein-computer-interfaces (BCI’s) gelukt is om woorden in het brein van verlamde mensen te herkennen en vervolgens uit te schrijven op een scherm. Zo knap! Door deze computers konden patiënten weer sneller communiceren. De aansturing van de spieren moet hiervoor nog wel werken, er moeten nog wel (zwakkere) spierbewegingen zijn. Deze directe verbinding tussen het brein en een computer is ook al eens toegepast bij een gedeeltelijke dwarslaesie. Mocht je liever niet geopereerd worden en niet met elektroden aan een computer gekoppeld willen zijn, dan is de oogcomputer een mooi alternatief. Met de ogen kunnen letters getypt worden. 

In ons werk doen wij ons uiterste best om de betrokkene zo goed mogelijk te begeleiden, uiteraard binnen de marges van de medische haalbaarheid. We kunnen externen inschakelen voor specialistische hulp, contacten met de begeleiding onderhouden en nemen ook de achterban mee in het proces. De ontwikkelingen in de medische wetenschap kunnen we alleen maar toejuichen en waar mogelijk ondersteunen zodat op termijn hopelijk nog veel meer aan te bieden is aan mensen met onder andere NAH, een ziekte (bijvoorbeeld ALS) of verlamming. 

Hopelijk komen dit soort ontwikkelingen op termijn voor steeds meer mensen beschikbaar, ook voor thuisgebruik, al zal dit nog wel jaren duren. Het UMCU werkt hier gelukkig hard aan.